info@sc-management.it

Piazza Cinque Giornate, 1 - 20129 Milaan

Vanaf juli 2018 stoppen met contant geld om salarissen te betalen

Al vele maanden wordt gesproken over het voornemen van de regering om verplichte betaling van de lonen via banken of postkantoren in te voeren om te voorkomen dat werknemers, onder de chantage van ontslag of non-actiefstelling, onder druk worden gezet om een loonstrookje te ondertekenen waarop een regelmatig loon staat, zelfs als zij in werkelijkheid een bedrag krijgen dat lager is dan de in de collectieve onderhandelingen vastgelegde minimumbedragen.

En nu is het werkelijkheid: vanaf 1 juli 2018 is de betaling van salarissen in contanten verboden, betaling per bank- of postoverschrijving of andere elektronische betaalmiddelen is verplicht.

Wie het loon contant betaalt, riskeert een boete van 1.000 tot 5.000 euro.

Bovendien vormt de handtekening op de loonstrook geen bewijs van betaling van het loon.

Het wetsvoorstel (kamerwet 1041), met als eerste ondertekenaar de geachte afgevaardigde Titti Di Salvo (Pd), ingediend in 2013, met wijzigingen, werd wet met de invoering van lid 910 e.v. in Art. 1 van de begrotingswet 2018 (Wet 205 van 27 december 2017).

Volgens de voorstanders van de invoering van het verbod op de uitbetaling van salarissen in contanten is het een “oplossing voor een probleem dat veel werknemers treft”. Het is immers bekend dat sommige werkgevers, onder chantage van ontslag of niet-aanwerving, werknemers een loon betalen dat lager is dan het bij collectieve onderhandelingen vastgestelde minimumloon, terwijl zij de werknemer heel vaak een loonstrookje laten ondertekenen waarop een regulier loon staat vermeld.

Deze betreurenswaardige praktijk is een ernstige aantasting van de werknemers die niet alleen een deel van het werk dat zij verrichten wordt ontnomen, maar wier waardigheid en recht op een billijk loon worden geschonden, in strijd met de artikelen 1, 35 en vooral 36 van de Grondwet. Integendeel, de betaling van een lager loon leidt tot een onrechtmatig voordeel voor de werkgever”.

Nieuwe verplichte methoden voor de betaling van salarissen

Lid 910 van art. 1 van de begrotingswet 2018 voert een verplichte wettelijke loonregeling in:

“910. Vanaf 1 juli 2018 betalen werkgevers of opdrachtgevers de werknemers hun loon, alsook elk voorschot daarop, via een bank of postkantoor op een van de volgende manieren:

a) overschrijving naar de rekening met de door de werknemer opgegeven IBAN-code;

(b) elektronische betaalinstrumenten;

c) contante betaling aan het loket van een bank of postkantoor waar de werkgever een kasrekening met een betalingsmandaat heeft geopend;

(d) uitreiking van een cheque die rechtstreeks aan de werknemer of, in geval van gebleken onbekwaamheid, aan zijn gemachtigde wordt overhandigd.

De verhindering wordt bewezen geacht wanneer de te betalen afgevaardigde de echtgenoot, de samenwonende partner of een lid van het directe of zijdelingse gezin van de werknemer is, mits deze niet jonger is dan 16 jaar.

Betaling van salarissen in contanten verboden per 1 juli 2018

Punt 911 van art. 1 van de begrotingswet 2018 stelt een verbod in op de betaling van salarissen in contanten:

“911. Werkgevers of opdrachtgevers mogen de werknemer niet rechtstreeks in geld belonen, ongeacht het soort arbeidsverhouding dat tot stand is gebracht”.

Betalingen van salarissen via bankoverschrijving, per bankcheque of zelfs door contante betaling maar aan een bank- of postloket, dus altijd traceerbaar, zijn dus toegestaan.

Werkgevers zijn verplicht de lonen per bankoverschrijving of cheque te betalen

Paragraaf 912 van de Begrotingswet 2018 geeft een nauwkeurige aanwijzing, niet zozeer over welke werkgevers verplicht zijn de nieuwe regelgeving over de uitbetaling van het loon te volgen, maar letterlijk op welke arbeidsrelaties de regelgeving van toepassing is en dus voor welke loonstroken of salarissen de verplichting tot uitbetaling van het loon met traceerbare instrumenten per bank of post, en het daaruit voortvloeiende verbod op de uitbetaling van salarissen in contanten.

“912. Voor de toepassing van punt 910 wordt onder een arbeidsverhouding verstaan iedere arbeidsverhouding als omschreven in artikel 2094 van het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de wijze waarop de dienst wordt verricht en de duur van de verhouding, alsmede iedere arbeidsverhouding die voortvloeit uit gecoördineerde en doorlopende samenwerkingsovereenkomsten en uit arbeidsovereenkomsten die in enigerlei vorm door coöperaties met hun leden zijn aangegaan overeenkomstig wet nr. 3 april 2001. 142″.

Het gevolg is dat de salarissen verplicht per bank of postkantoor moeten worden betaald of dat in ieder geval de betaling van salarissen in contanten verboden is voor de volgende arbeidsverhoudingen:

  • arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
  • arbeidsovereenkomst of arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, met inbegrip van deeltijdwerk:
  • deeltijdse of deeltijdse arbeidsovereenkomst;
  • leercontract;
  • gecoördineerde en continue samenwerking of cococo;
  • intermitterend werk, nevenwerkzaamheden of oproepwerk;
  • arbeidsovereenkomsten met leden van coöperaties;
  • een arbeidsverhouding.

Ondertekening loonstrook en bewijslast

De wet, opnieuw in lid 912 van art. 1 van wet nr. 205 van 27 december 2017 (begrotingswet 2018) verduidelijkt dat de loonbetalingsverplichtingen betrekking hebben op alle werknemers in de zin van art. 2094 van het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de arbeidsovereenkomst en de duur ervan. Maar er staat ook: “De door de werknemer aangebrachte handtekening op de loonstrook vormt geen bewijs van betaling van het loon“.

Daarom is het logische gevolg, ook voor de bij wet verplicht gestelde traceerbaarheid van de loonbetaling, dat de loonbetaling alleen wordt aangetoond met een kopie van de loonbetaling zelf, dat wil zeggen een kopie van de overschrijving, een fotokopie van de cheque of in ieder geval een bank- of postcertificaat.

Salaris teruggegeven in contanten door de werknemer

De wetgeving bevat weliswaar meer bescherming voor werknemers die het slachtoffer zijn van niet-betaling van loon, maar pakt het verschijnsel van betaling van de netto-bezoldiging in de loonenveloppe via bankoverschrijving of cheque, maar waarbij de werknemer een deel van het ontvangen geld traceerbaar aan de werkgever teruggeeft.

Huishoudelijk werk uitgesloten

De wetgeving voert in lid 913 van art. 1 van de begrotingswet 2018 van de uitsluitingen voor ambtenaren en huishoudelijk werk: “De bepalingen van de paragrafen 910 en 911 zijn niet van toepassing op arbeidsverhoudingen die zijn aangegaan met overheidsdiensten als bedoeld in artikel 1, lid 2, van wetsbesluit nr. 165 van 30 maart 2001, op die bedoeld in wet nr. 339 van 2 april 1958, noch op die welke in elk geval vallen binnen de werkingssfeer van de nationale collectieve arbeidsovereenkomsten voor gezinsleden en huishoudelijk personeel, gesloten door de naar verhouding meest representatieve vakbonden op nationaal niveau”.

Betaling van salarissen in contanten: boetes tot 5.000 euro

Hetzelfde lid 913 voert sancties in voor het verbod op contante betaling van loon.

Oorspronkelijk voorzag het wetsvoorstel in boetes van 5.000 tot 50.000 euro. In plaats daarvan vermindert de goedgekeurde wetgeving deze sanctieregeling. Niet alleen dat, het wetsontwerp bevatte ook verplichtingen voor de werkgever om de totstandkoming van de arbeidsverhouding (unilav assunzione) mee te delen met vermelding van de bank of het postkantoor (dat op zijn beurt een verklaring moet afgeven “waarin de activering van het betalingskanaal ten gunste van de werknemer wordt bevestigd”). En bij gebreke van een dergelijke vermelding in de unilav-arbeidsovereenkomst werd de werkgever een administratieve boete van 500 euro opgelegd. Maar dat deel van het voorstel is niet aangenomen.

De goedgekeurde paragraaf 913 luidt als volgt: “Een werkgever of opdrachtgever die de in paragraaf 509 bis bedoelde verplichting schendt, wordt onderworpen aan een administratieve geldboete bestaande uit de betaling van een bedrag tussen 1.000 en 5.000 euro.

Dit is een uitgesproken afgezwakte sanctieregeling die betrekking lijkt te hebben op het geheel van arbeidsverhoudingen, dus ongeacht het aantal overtredingen.

Salarisbetalingsregelingen van kracht per 1 juli 2018

Lid 914 van de begrotingswet 2018 bepaalt: “De in de leden 910, 911 en 912 bedoelde verplichtingen en de bijbehorende sancties zijn van toepassing vanaf de honderdtachtigste dag na de datum van inwerkingtreding van deze wet”. Dit is dus de inwerkingtreding van de wetgeving per 1 juli 2018.

Het is inderdaad de bedoeling van de overheid om zich te organiseren met voorlichtingscampagnes, maar ook om de werkgevers zich te laten organiseren.

In punt 914 staat verder:“Binnen drie maanden na de ingangsdatum van deze wet sluit de regering een overeenkomst met de meest representatieve vakbonden van werknemers en werkgevers op nationaal niveau, met de Italiaanse Vereniging van Banken en met de onderneming Poste Italiane Spa, waarin de communicatiemiddelen worden vastgesteld die geschikt zijn om de kennis en de correcte toepassing van de bepalingen van de paragrafen 910, 911 en 912 te bevorderen.

Het voorzitterschap van de Raad van Ministers bereidt, in samenwerking met het ministerie van Economie en Financiën, informatiecampagnes voor, waarbij gebruik wordt gemaakt van de belangrijkste media, alsmede van de media en de pers en particuliere entiteiten. Voor de uitvoering van de in dit lid bedoelde bepalingen wordt voor het jaar 2018 een bedrag van 100.000 euro aan uitgaven toegestaan”.

Bronnen: